Kluut en dwergstern hebben het zwaar in de Delta

07-12-2017 2990 keer bekeken

De meeste kustbroedvogels brengen steeds minder jongen groot. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kluut, dwergstern en kokmeeuw. Dit blijkt uit nieuwe analyses.

Sovon Vogelonderzoek Nederland publiceerde deze week een rapport over het broedsucces en plaatstrouw van kustbroedvogels in de Deltawateren. Met de kennis die de onderzoekers van Sovon, Delta ProjectManagement, Vogeltrekstation en INBO hebben verzameld, kunnen de kustbroedvogels beter worden beschermd. Natuurlijk blijven er factoren, zoals het weer, waarop geen invloed mogelijk is.

Hoog en droog
Kluten die in de Deltawateren broeden, brengen te weinig jongen groot om de populaties op peil te houden en dus nemen de aantallen af. Hoe komt dat? Kluten en dwergsterns broden graag op open, zandige plekken. Zulke plekken zijn er steeds minder en groeien vaak dicht. dan nemen ook roofdieren toe die nesten weten te vinden. In het Beheerplan Deltawateren staan maatregelen om de kustbroedvogels te beschermen. Een van de maatregelen is vorig jaar zomer uitgevoerd: het aanleggen van een broedeiland in natuurgebied De Schelphoek, in de Oosterschelde. Op een hoog caisson midden in het water. Verstoring door bijvoorbeeld honden, vossen of ratten wordt hiermee voorkomen. Op het caisson zijn schelpen gestort en er zijn schuilplekken aangebracht.

Regiodoelen
Van de dertien soorten die werden onderzocht, laten twee duidelijk positieve cijfers zien: de zwartkopmeeuw en de, veel schaarsere, grote mantelmeeuw. Naast gegevens van nesten, gaf het onderzoek antwoord op de vraag of individuele vogels trouw blijven aan een regio of weleens van broedplek wisselen. Belangrijk, want de Delta bestaat uit verschillende waterbekkens. Het blijkt dat individuen weleens van broedplek wisselen of zich op afstand van hun geboorteplek vestigen. Goed dus dat het Beheerplan Deltawateren regiodoelen kent.

Benieuwd naar het hele artikel van Sovon en het rapport? Kijk dan op www.sovon.nl.

Cookie-instellingen