Oosterschelde
De Oosterschelde staat in het hele land bekend als bijzonder natuurgebied, en dat is niet voor niets. Met een totale oppervlakte van bijna 37.000 hectare is de Oosterschelde bijzonder groot. Je vindt er dan ook een rijkdom aan verschillende soorten planten en dieren.
Waarom is het een Natura 2000-gebied?
De natuur in de Oosterschelde is elke dag volop in beweging. Bij laag water komen slikken en zandplaten droog te staan, die bij hoog water weer onderlopen. Het gebied wordt omgeven door verschillende eilanden, zoals Schouwen-Duivenland, Tholen, en Zuid- en Noord-Beveland. Dit zorgt voor een unieke met veel beschermde plant- en diersoorten. De Oosterschelde kent mede hierdoor een aanwijzing onder zowel de Habitatrichtlijn als de Vogelrichtlijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld de grote baaien en de slijkgrasvelden. Maar ook voor diersoorten als de fint en de Noordse woelmuis, en voor een groot aantal vogelsoorten als de kuifduiker en de steenloper. Die zijn hier aanwezig om te eten, uit te rusten of jongen te broeden.
Bij een status als Natura 2000-gebied horen bepaalde verantwoordelijkheden, zoals het beschermen en behouden van de lokale natuur. Hiervoor stellen we samen met verschillende partners, waaronder de provincie Zeeland en beheerders zoals Natuurmonumenten een beheerplan op. De belangrijkste regels uit de beheerplannen vatten we op deze pagina’s voor je samen. Voor een gedetailleerd overzicht van de regels en achtergrond van het Natura 2000-gebied Oosterschelde verwijzen we je naar het meest actuele beheerplan onder het tabblad ‘Documenten’.
Wat beschermen we in dit gebied?
In het gebied komen veel beschermde diersoorten voor. Je vindt hier bruinvissen en zeehonden, maar ook beschermde kustvogels, steltlopers en roofvogels. Denk bijvoorbeeld aan de bontbekplevier, kluut, wulp, slechtvalk en nog tientallen andere beschermde vogelsoorten.
Naast dieren is de Oosterschelde ook rijk aan bijzondere planten en landschappen Denk aan een aantal bijzondere orchideesoorten, maar ook planten als zeekraal en lamsoor, die alleen goed gedijen op slikken en schorren in een omgeving met zout én zoet water.
Hoe beschermen we de natuur van de Oosterschelde?
De regels in het beheerplan hebben als doel om een balans te vinden tussen het beschermen van de natuur en het toegankelijk houden van deze gebieden voor mensen die hier werken, sporten of op een andere manier graag actief zijn.
Een belangrijk onderdeel van het beheerplan voor de Oosterschelde is het aanwijzen van rustgebieden. In deze gebieden proberen we – de naam zegt het al – zoveel mogelijk rust te creëren. Zodat de slikken, schorren en platen intact blijven, zodat trekvogels hier naar eten kunnen zoeken en uitrusten. Maar ook om rust te bieden aan dieren die hier tijdelijk of permanent verblijven, zoals de zeehond of de bruinvis. In sommige van deze gebieden mag je helemaal niet komen, andere gebieden zijn enkel in bepaalde perioden gesloten – zoals tijdens de broedtijd van beschermde vogelsoorten.
Gebieden die zijn toegewezen als rustgebied kennen een Toegangsbeperkingsbesluit (TBB). Daarbinnen gelden specifieke gedragsregels. Op de pagina gedragsregels vind je een overzicht van de belangrijkste regels voor recreanten. Kijk voor alle details in het beheerplan.
Lees hier alle gedragsregels
Nieuws
Al het nieuws