De Doggersbank is een zandbank die zich zo’n 300 kilometer uitstrekt over de Engelse, Nederlandse, Duitse en Deense delen van de Noordzee. De naam Doggersbank komt van het vijftiende-eeuwse Nederlandse woord voor kabeljauw: dogge of doggevisch. Een dogger was een kabeljauwvisser of zijn vissersboot.
De Doggersbank is een open zeegebied in het noordelijke deel van de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ), op circa 275 km ten noordwesten van Den Helder, tegen de grens van de EEZ van het Verenigd Koninkrijk en die van Duitsland. Het Nederlandse deel van de Doggersbank is onderdeel van de lange zandbank die zich uitstrekt over 300 kilometer van zuidwest naar noordoost.
Het Natura 2000-gebied Doggersbank is aangewezen voor het habitattype ‘permanent overstroomde zandbanken’ (subtype H1110C Doggersbank) en voor de daar voorkomende zeezoogdieren bruinvis, grijze zeehond en gewone zeehond. Het is een bijzonder onderwatergebied dat door zijn ondiepe, permanent overstroomde zandbodem een rijke natuur herbergt.
IJstijd
De Doggersbank is gevormd tijdens de laatste ijstijd, zo’n 18.000 jaar geleden. Onder invloed van landijs, dat vanuit het Verenigd Koninkrijk doordrong, werden sedimenten in het gebied afgezet. De kern van de Doggersbank wordt gevormd door afzettingen van klei met grind, stenen en zandlaagjes in een meer aan de rand van het landijs. Deze afzettingen zijn vervolgens door het ijs plaatselijk opgestuwd en vervormd. Rondom de Doggersbank zijn door landijs en smeltwater diepe dalen uitgeschuurd. Het gebied kent daardoor een afwisseling van modderige en stenige gronden en bestaat verder vooral uit zand. In latere tijden zijn er veel schepen verongelukt op de Doggersbank waardoor er meerdere scheepswrakken in het gebied te vinden zijn. Deze scheepswrakken zijn naast cultureel erfgoed ook een belangrijke vorm van hard substraat in het gebied.
Verscheidenheid
De Doggersbank heeft een hoge biodiversiteit vanwege een grote verscheidenheid in leefgebieden. Hydrografische fronten zorgen lokaal voor verrijking van het bodemleven. De dichtheden en biomassa van bodemsoorten in het gebied zijn constanter dan in de kustgebieden. Door deze constante en daardoor relatief goed voorspelbare beschikbare biomassa is de Doggersbank het gehele jaar door een belangrijk foerageergebied voor vissen, vogels en zeezoogdieren. Door zijn ligging, met invloeden vanuit Het Kanaal en Arctische elementen, werkt de Doggersbank als een verbindend gebied voor soorten uit vergelijkbare leefgebieden aan de kusten.
Het heldere water, de aanwezigheid van fronten en de relatieve ondiepte ten opzichte van het omliggende gebied zorgen voor een relatief hoge primaire productie, zowel in de waterkolom (fytoplankton) als op de bodem (kiezelwieren). Een zichtbaar kenmerk hiervan is de groei van wieren op de zeebodem tot op wel 40 meter diepte. De primaire productie is daardoor zelfs in de winter hoog en vormt de basis voor het behoud van de productie van plankton in het zuidoosten van de Noordzee gedurende de winter. Ook treedt de voorjaarsbloei van fytoplankton op de Doggersbank maanden eerder op dan de voorjaarsbloei in de noordelijke Noordzee, die aangewakkerd wordt door thermische stratificatie.
Bodemfauna
Soorten die in het Natura 2000-gebied Doggersbank voorkomen, zijn onder andere ingegraven slangster, wulk en grote strandschelp. Ook komt hier de noordkromp voor. De noordkromp is een schelpdier dat honderden jaren oud kan worden. Op en nabij harde substraten, zoals wrakken, vind je bijvoorbeeld anemoonsoorten, zeestersoorten en kreeftachtigen die nergens anders op de Nederlandse EEZ zijn aangetroffen. In en op de bodem zitten veel organismen die een voedselbron zijn voor vissen, vogels en zeezoogdieren.
Vissen, vogels en zeezoogdieren
Vanwege de hoge voedselbeschikbaarheid in het gebied, in verhouding tot de omliggende delen van de Noordzee, kunnen vissen hier goed gedijen en opgroeien. De aanwezigheid van bepaalde vissoorten is afhankelijk van de waterdiepte en de hellingshoek van de bodem. Op de Doggersbank komen de vissoorten zandspiering, kleine pieterman, grauwe poon, schol, kabeljauw, tong, dwergtong, sprot, haring, wijting, schar en schelvis voor. Ook foerageren hier haaien en roggen. Het gebied vormt verder een belangrijk paaigebied voor wijting, kabeljauw en schol.
Door het voorkomen van zandspiering heeft het gebied een aantrekkende werking op vogels. Vooral in het voorjaar worden langs de randen van de Doggersbank veel zeevogels aangetroffen, zoals de zeekoet, alk, papegaaiduiker en jan-van-gent.
Zeezoogdieren die in het gebied Doggersbank voorkomen zijn bruinvissen, grijze zeehonden en gewone zeehonden. Deze soorten gebruiken het gebied om te foerageren en verdienen extra bescherming. Ook komen de witsnuitdoflijn en dwergvinvis voor in de Doggersbank.
Menselijke activiteiten
Zie voor een overzicht van menselijke activiteiten het overzicht op de desbetreffende pagina.