Deze meeuwsoort wist de platformen vaak goed te vinden, maar mede door de vogelgriep was een proef in voorjaar 2022 niet zonder meer succesvol. Op 3 plaatsen lagen broedpontons. En alle 3 hebben ze hun eigen verhaal. In Lauwersoog, een haven in Friensland, werden de meeste vogeljonkies geboren. In Balgzandpolder in Noord-Holland en achter de Waddenzeedijk op Ameland waren de pontons minder in trek. Ook hier zijn echter waardenvolle lessen geleerd, volgens ecoloog Denise Roffel van Rijkswaterstaat.
Lauwersoog
Broedponton Lauwersoog is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de haven Lauwersoog, de Waddenvereniging en NG Shipyards. Vogelbescherming Nederland adviseert inhoudelijk.
De ponton is voorzien van grind, beschutting en schelpen voor het nestelen. Het is zo ingericht dat jonge vogels er niet vanaf kunnen vallen, en vossen en ratten er geen slag kunnen slaan.
De ponton verwelkomde dit jaar 69 broedparen. Vorig waren dat er nog 46. Ook het aantal uitgevlogen jongen steeg van 76 naar 103, blijkt uit de rapportage van SOVON Vogelonderzoek. Mooie cijfers, maar volgens Denise hadden ze nog hoger uit kunnen vallen: ‘Bij meerdere dode vogels stelden we vogelgriep vast. Van deze vogels overleden waarschijnlijk ook de jongen, want zonder ouders overleven zij meestal niet.’
Balgzandpolder
Bij de broedschuit Balgzandpolder werden weliswaar minder broedende paartjes ontdekt dan in Lauwersoog, maar toch was de telling positief. Denise ‘Vorig jaar terroriseerde een zilvermeeuw de ponton, waardoor geen enkel vogelpaar daar settelde. Dat was nu wel anders: 10 paar broedende visdieven en 56 paar kokmeeuwen deden hun intrede op de Balgzandpolder.’ Een vergelijkbaar broedsucces bleef echter uit: ‘Slechts 2 visdiefjongen en 30 kokmeeuwjongen vlogen uit. Ook hier was vogelgriep de boosdoener.’
Ameland
Op Ameland constateerde Vogelwacht Hollum-Ballum dat er geen broedbehoefte was. Geen enkele visdief koos de broedponton als thuisbasis. Terwijl er iets verderop meer dan 30 broedparen werden gespot. Denise: ‘De andere pontons liggen in de haven, een onnatuurlijke omgeving. Deze vlotten op Ameland liggen juist in een plas in de weilanden. Dan maken vogels blijkbaar een andere keuze. We zien ook dat het gebied Feugelpôlle – waar de ponton ligt – over het algemeen minder in trek is bij sternsoorten zoals meeuwen. In overleg met de Vogelwacht passen we volgend jaar misschien wat aan. Een andere locatie ligt dan voor de hand.’
De cijfers uit dit nieuwsbericht komen uit jaarrapportages van SOVON Vogelonderzoek, beschikbaar op Waddenzee.nl.
Waddengebied
Rijkswaterstaat treft maatregelen die bijdragen tot het in stand houden van N2000-doelsoorten, zoals de visdief. Bij voorkeur doen we dat op een natuurlijke manier. Gebiedsmaatregelen kosten echter veel geld. Daarom helpen we in de tussentijd bedreigde vogelsoorten waar mogelijk met oplossingen als broedpontons.